Verslag van mijn vrije studieruimte, in vier blogs.

Inleiding:

Vanuit het programma City Deal Kennis Maken van het ministerie OCW kon ik voor mijn vrije studieruimte het volgende experiment uitvoeren:

‘Op welke manier kan ik de relatie kunst/creativiteit en persoonlijke ontwikkeling vormgeven en het belang hiervan aantonen gerelateerd aan de professionele ontwikkeling bij studenten in de Sparkcenters? 

Uiteindelijk is dit het geworden:

‘Hoe kan ik kunst-educatie plooien in het programma van de studenten aan de faculteit Gedrag, Gezondheid en Maatschappij zodat dit bijdraagt aan de persoonlijke en professionele ontwikkeling?’

Tijdsinvestering: vanaf september 2019 tot juni gemiddeld 8 uur in de week.

City Deal Kennis Maken:

‘Binnen deze regeling krijgen onderzoekers en docent-onderzoekers verbonden aan de kennisinstellingen die meedoen aan de City Deal Kennis Maken, de mogelijkheid om kortdurende (maximaal 12 maanden) onderzoeksprojecten uit te voeren binnen het thema rijke leeromgevingen. Ze delen vervolgens de kennis die wordt opgedaan met het landelijke netwerk van de City Deal Kennis Maken.

Waarvoor:

De kennissteden die de deal hebben ondertekend streven naar een versnelling in het oplossen van maatschappelijke opgaven van steden door onderzoekers, docenten en studenten te betrekken. Zo wordt kennis beter benut en wordt de stad een rijke leeromgeving voor studenten.  
Binnen deze regeling krijgen onderzoekers en docent-onderzoekers verbonden aan de kennisinstellingen die meedoen aan de City Deal Kennis Maken, de mogelijkheid om kortdurende (maximaal 12 maanden) onderzoeksprojecten uit te voeren binnen het thema rijke leeromgevingen. Ze delen vervolgens de kennis die wordt opgedaan met het landelijke netwerk van de City Deal Kennis Maken.’

(bron: https://www.nwo.nl)

In een aantal Sparkcenters van de HAN wordt niet alleen inter-professioneel opleiden aangeboden (studenten van alle studies van de faculteit GGM werken samen aan praktijkopdrachten van opdrachtgevers uit het sociale domein), maar ook multi-level. Dit betekent dat er bij een aantal Sparkcenters ook studenten van pedagogische wetenschappen van de Radboud Universiteit stagelopen. Daarbij is er bij één Sparkcenter ook ArtEZ aangesloten. Studenten docent dans werken samen met de het Sparkcenter in het Spijkerkwartier tijdens het project ‘Dans educatieve productie’.

Als we als uitgangspunt nemen dat we elkaar niet altijd begrijpen en dat belangen kunnen verschillen, zal je automatisch beseffen, dat als je tot elkaar wilt komen, je in staat moet zijn om te kunnen wisselen van perspectief. Aan de andere kant is het noodzakelijk om besef te hebben van de universele noodzaak van ieder individu om gezien en gehoord te worden.

Kunsteducatie, leren van, met en over kunst en in het verlengde hiervan het ontwikkelen en ontdekken van de eigen creativiteit, is noodzakelijk om een goede samenwerking te bewerkstelligen. Verbeeldingskracht en inlevingsvermogen (empathie) maw het vermogen om te kunnen wisselen van perspectief is een basiscompetentie die we doorlopend moeten willen ontwikkelen. Voorheen was het van belang als professional in het zorgdomein ‘professionele afstand te hebben’ en jezelf niet te laten zien. Nu komt steeds meer het besef dat je juist door jezelf te laten zien, meer van de ander te weten komt en zo veel beter kunt afstemmen met de cliënt hoe jij als professional je hulp kan inzetten. Maar ook, wat kan de cliënt nog zelf doen? De hulpvrager krijgt zo ook meer besef van zelf-regie en de eigen mogelijkheden, hulp bieden vanuit mogelijkheden ipv onmogelijkheden. Ook deze werkwijze vraagt om flexibiliteit, vermogen van perspectief te wisselen, inlevingsvermogen en creativiteit.

In verlengde hiervan wees Erik Jansen, lector bij de Hogeschool Arnhem Nijmegen nog op Martha Nussbaum: “In haar boek ‘Niet voor de winst’ zegt ze dat de menswetenschappen (letteren, filosofie, geschiedenis) en dus ook de kunsten, essentieel zijn om democratische basisvaardigheden te kunnen ontwikkelen zoals: empathie, kritisch denken en inzien dat je onderdeel uitmaakt van een groter geheel. Die vaardigheden leken jarenlang niet zo relevant in de opleiding van artsen, want “het is toch een technisch-instrumenteel vak”, en hoe technischer en harder, hoe meer aanzien. Nu steeds meer blijkt dat dit helemaal niet klopt (gezondheidszorg gaat juist altijd over mensen als hele personen) neemt ook de roep om meer intermenselijke vaardigheden zoals empathie bij artsen weer toe. En dan blijkt dat veel medisch studenten deze niet uit zichzelf hebben en kunst je kan helpen deze te leren.” (Jansen, persoonlijke communicatie, 2020). Dit sluit ook goed aan bij de motivatie van professor Baziel van Engelen, neuroloog en filosoof, die voor deze combinatie koos omdat hij als arts graag met mensen wil werken en deze miste bij filosofie, echter, in dit laatste vakgebied leerde om de (juiste) vragen te stellen, wat hem helpt om een betere arts te zijn. Van Engelen onderschrijft ook het belang van de samenwerking tussen kunstenaars en de medische wereld, omdat, zo zegt hij: “Wij artsen bestrijden de ziekte, de kunstenaars boren de bron van energie aan bij de patiënt”. (Van Engelen, persoonlijk communicatie, 2020)

In Hannah Arendt vind ik nog meer bevestiging voor het belang van kunsteducatie:

“Het onderwijs begeleidt de leerlingen en studenten op de weg die ze afleggen naar hun ‘tweede geboortes’ en deze rol kan en mag alleen daarom nooit onderschat worden. Kunst en cultuur geeft ons de kans om in vrijheid en op grond van onze eigen uniciteit vorm te geven aan onze ideeën omtrent allerlei kwesties van existentiële en maatschappelijke aard en is daarom onontbeerlijk voor een democratie” (Hermsen, 2014, p. 71).

Ik wens dat kunsteducatie in elk curriculum om die reden een vaste plek krijgt!

Wordt vervolgd…